Infrastructuur en beleid voor korte voedselketens

Infrastructuur en beleid voor korte voedselketens


De korte voedselketen in stadsregio Arnhem-Nijmegen | Terugblik | Laatste netwerkbijeenkomst in huidige vorm

Op 9 juni 2022 was de laatste netwerkbijeenkomst van het Gelders Kennisnetwerk Voedsel in de huidige vorm. En daarmee ook van de huidige begeleiding door Marianne Karstens en Suzan Klein Gebbink die sinds 2014 onder meer zo’n 25 netwerkbijeenkomsten hebben georganiseerd.

Het netwerk was oorspronkelijk gericht op gemeenten en groeide uit naar een breed netwerk met naast gemeenten ook diverse initiatiefnemers, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De focus lag steeds meer op korte voedselketens, als middel voor een hoger inkomen, duurzame bedrijfsvoering met transparantie en nauwe ketensamenwerking.

Gezien de vele ontwikkelingen op dit domein was de aanpak van het huidige netwerk toe aan een herijking. Uit de verkenning in 2021 blijkt allereerst een sterke behoefte om door te gaan met korte voedselketens en de uitwisseling daarover. Partijen stellen een bredere samenwerking voor met een meer doelgerichte en actiegerichte aanpak. Biodiversity in Business is momenteel bezig deze conclusies opvolging te geven en komt met een advies over een passende vernieuwde aanpak. 

Pieter Rijzebol, provincie Gelderland, bedankt Marianne en Suzan voor hun vele jaren intensieve inzet voor het netwerk en vraagt van de deelnemers een luid applaus.

Korte voedselketens in de Stadsregio Arnhem – Nijmegen
Op Landgoed Grootstal verdiepten we ons vandaag met zo’n 35 mensen in de ‘infrastructuur’ voor korte voedselketens in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen: productie, logistiek, verwerking, verkoop, maar ook samenwerking, beschikbaarheid, gemak en bekendheid. Het hele voedsel ecosysteem dus. Want ook regionale omstandigheden spelen hierbij mee, zoals de aanwezigheid van enthousiaste initiatiefnemers, integrale projecten voor natuurinclusieve landbouw, landschap en biodiversiteit én het (lokale) voedselbeleid.

Landgoed Grootstal
Allereerst vertelde Gastvrouw Kien van Hövell over lokaal en duurzaam voedsel rond Landgoed Grootstal. Kien: “Het landgoedmodel bestaat uit een samenhangend systeem met diverse elementen, nauw verbonden met de omgeving. Het is onze rol om die samenhang en verwevenheid van functies te bewaken. We combineren doelen op sociaal vlak, economisch, omgeving en natuurlijk de bodem. 1+1=5. Alleen met deze meervoudige waarden kunnen we het landgoed in een goede staat doorgeven. We hebben het landgoed namelijk te leen van de volgende generaties.”

Grootstal (20 ha) heeft een unieke positie zo dicht bij Nijmegen. Kien: “Die verstedelijking was in het verleden ook al aan de gang, dus ik moest er wel vrede mee hebben. Het belang van een stevige groene tegenhanger van de rode stad werd steeds groter. Op een gegeven moment besefte ik dat ondertussen onze werkelijke bodem achteruit holde. Vanuit dat besef ben ik aan de slag gegaan met andere landgoederen en partijen uit de omgeving.

Op het Landgoed bevindt zich Boerderij Bodemzicht, een regeneratieve boerderij met veel aandacht voor bodem, CO2 en biodiversiteit (Zie film boerderij Bodemzicht). Daarnaast heeft Grootstal een winkel met duurzame producten van het landgoed en de omgeving en start er binnenkort een onbemande Pantry. Samen met boerderij Bodemzicht en andere omgevingspartijen streef ik naar het Voedsellandschap voor de 21e eeuw: bodem herstellen, kleine schaal, minder machines, regeneratief en veel participatie. Een ontwerpende hand en wenkend perspectief is hierbij de juiste weg. Laten we toewerken naar onze droom in plaats van zeggen “dat mag niet”.”

Coöperatie Oregional
Oregional kiest in haar pijlers voor een circulair voedselsysteem, afzet via korte keten, stad-land relatie en boer-burger (zie presentatie). Die betrokkenheid tussen boeren en burgers is voor Oregional cruciaal. Gerard: ”Oregional streeft naar 80% van de producten uit de regio en naar klimaatneutraal ondernemen. Wij denken dat dat kan.”

Oorspronkelijk verkoopt Oregional met name B2B. Deze tak is nu opgenomen in een separate BV. De Coöperatie werkt nog aan de consumentenmarkt en nieuwe ontwikkelingen, zoals een eventuele collectieve verwerkingshub en de ontwikkeling van een duurzaamheidsscan voor ondernemers. Ook werkt Oregional aan een project over het verzilveren van de meerwaarde van de korte keten. Andere Gelderse initiatieven zijn welkom om hier aan mee te doen.

Steven Koster
Bij veel bedrijven zie je dat erg geld naar marketing gaat in plaats van naar duurzame bedrijfsvoering. Dat vind ik erg jammer. Met mijn vorige initiatieven Kweekland en Puurland had ik in Arnhem een grote tuin waar we maaltijdpakketten produceerden voor mensen in de omgeving. Ik kocht een elektrische bakfiets met koelbak en bracht daarmee de pakketten rond.

Die bakfiets zorgde voor veel zichtbaarheid en reclame. Ik was aan het rondfietsen en kreeg steeds vaker de vraag of ik kon bezorgen met de fiets. Bijvoorbeeld voor een bakker uit het centrum. Veel van deze bedrijven hebben last van de grote drukte in de (binnen)stad en staan veel in de file of voor een stoplicht. Ik begon in te zien dat logistiek cruciaal is en dat er wellicht business in zat. Zo zijn De Groene Rijders begonnen.

Inmiddels groeien we hard en zijn we een maand geleden ook in Nijmegen begonnen. Ik zie dat we toegroeien naar een systeem waarbij de grote stromen worden afgeleverd aan de rand van een stad, waarna wij de fijnmazige distributie in zo’n stad op ons nemen op de fiets.

Samen met Oregional werken we samen, bijvoorbeeld aan de ideeën van een mogelijke verwerkingshub.

Rol van (lokaal) beleid bij duurzaam voedselsysteem
> Presentatie
Wat kunnen (lokale) overheden doen in de transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem? Om de rol van voedselbeleid vanuit wetenschappelijk en bestuurskundig perspectief te benaderen hebben we Jeroen Candel van Wageningen UR uitgenodigd. Jeroen houdt zich onder andere bezig met het Nederlandse en Europese landbouw- en voedselbeleid. De afgelopen jaren was hij onder meer supervisor van Lara Sibbing, voormalig beleidsmedewerker bij gemeente Ede die als promovenda onderzocht hoe lokale overheden voedselbeleid in praktijk (kunnen) brengen.

Ons voedselsysteem kent verschillende uitdagingen, zo vertelt Jeroen. Het beleid daarop is erg gefragmenteerd. Veel beleid raakt wel aan het voedselsysteem, maar er is geen samenhang qua bijdrage aan het voedselsysteem. In de loop der jaren kwam steeds vaker de vraag: moeten we niet naar een voedselbeleid, een overkoepelende strategie die zorgt dat we in samenhang keuzes maken en beleid goed inzetten?

Jeroen heeft met zijn onderzoeksgroep twee relevante onderzoeken gedaan. Het eerste onderzoek ging over de vraag hoeveel steden nou een lokaal voedselbeleid hebben, zoals de Milan Urban Food strategy. Het is duidelijk dat het aantal strategieën wereldwijd hard toeneemt. Ook zijn voedselbeleid en formele wetten vaak in ander beleid geïntegreerd.

Het tweede onderzoek is uitgevoerd door Lara Sibbing, gemeente Ede en promovenda, over gemeentelijk voedselbeleid in Nederland, uitgevoerd bij gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Ook in Nederland is een grote opwaartse trend merkbaar. Vooral in de jaren na verkiezingen wordt een groot aantal beleidsinitiatieven genomen. Actieve steden qua interventies en beleid zijn onder meer Ede  en Amsterdam. Amsterdam heeft nu ook voor het eerst een wethouder voedsel, waar Ede dit al zo’n 10 jaar heeft.

Welke instrumenten zetten ze in? We zien veel: informeren, evenementen organiseren en deels zijn er subsidies. Wat we weinig zien is de harde instrumenten zoals het stellen van regels en inkoopbeleid. Er kan echter nog veel meer. In Frankrijk zetten overheden bijvoorbeeld massaal in op het inkopen van onder meer biologisch voedsel.

Voornaamste uitdagingen? Het is niet makkelijk. Uiteindelijk komt het op de mensen aan. Om van papieren afspraken te komen tot werkelijke praktijk keuzes zijn er mensen nodig in een organisatie die voedsel belangrijk vinden. Het vraagt leiderschap en bijvoorbeeld goede netwerken, structuren en coördinatie. Zoals hier bij het Gelders Kennisnetwerk Voedsel en de Farm to Fork strategie in Europa.

Er komen steeds meer nieuwe vormen van participatie, waarbij burgers en boeren worden betrokken bij besluiten. Voedselraden zijn bijvoorbeeld in de VS een bekend fenomeen, waar lokale burgers ideeën mogen inbrengen. Daar gaat echter nog veel mis. Verder is nodig dat we beter leren monitoren en bijsturen. Uiteindelijk zien we toch vaak dat er veel in een la belandt als er een verkiezing is geweest.”

Lokale Gelderse overheden aan het woord
Gemeente Wageningen heeft een Voedselagenda met vier pijlers die overeen komen met de pijlers van het programma Voedsel- en eiwit transitie van de Regio Foodvalley: Gezonde voedselomgeving, Duurzaam eten van dichtbij, Minder voedselverspilling en Eiwittransitie. Janneke Bruil: “We pakken deze thema’s integraal op. Ik ben er trots op dat we een coherent verhaal neerzetten via die 4 pijlers.

Ook in de regio (Regio Foodvalley) hebben we een actieve samenwerking. Daar valt op dat de thema’s voedsel en landbouw nog zeer sectoraal en versnipperd worden benaderd. Dat moeten we echt samen nemen”.

Gemeente Ede werkt aan stevige opgaven zoals stikstof, water, toekomst landelijk gebied. Vanwege de relatie met voedsel en landbouw is Marit Rietveld niet alleen actief op het voedselthema, maar ook programmamanager landbouw. Er zijn veel initiatieven gestart waar we veel van leren. Velen stoppen ook weer want hebben moeite om het kantelpunt te bereiken en voldoende massa te maken. Ze hebben allemaal dezelfde uitdagingen: hoe bereik ik consumenten (in de stad).

In Regio Foodvalley werken we nu aan een Agenda Korte Ketens waarbij we onder meer gaan samenwerken met Rabobank en diverse regionale programma’s (voedsel, landbouw, circulaire economie). Het is dus vooral een samenwerking tussen de verschillende intermediairs van die programma’s, projecten en overheden, de faciliterende organisaties dus. We zoeken naar thema’s en projecten waarop samenwerking meerwaarde biedt, om zo ook de ondernemers verder te faciliteren.

Gemeente Arnhem is volgens Herman Kleinjan een heel actieve gemeente met veel goede projecten: “Op gebied van voedsel hebben we in 2017 een visie gemaakt. We (kernteam stadslandbouw) vinden we dat we nu eigenlijk een versie 2.0 nodig hebben, waarin we het thema voedsel sterker koppelen aan ander thema’s. De huidige visie is net te vrijblijvend en we stellen te weinig capaciteit beschikbaar. De visie is niet gekoppeld aan een programma, dus voor mij is het lastig om er stappen op te zetten. Met de nieuwe coalitie verwacht ik dat er aandacht komt voor dit thema”.

Gemeente Nijmegen bestaat vooral uit een stad zonder buitengebied. Ton Verhoeven: “stadslandbouw is er wel, maar niet veel. Veel productie zit in onze kleinere buurgemeenten, die buitengebied hebben en bijvoorbeeld een bestemmingsplan. Het ontbreekt echter aan een visie op het buitengebied en we hebben geen regionale agenda op landbouw, landelijk gebied of voedsel. Het feit dat we een groene metropool-regio zijn zou daartoe wellicht mogelijkheden kunnen bieden.

De Green Capital heeft een boost gegeven, bijvoorbeeld aan het voedselbossen thema en gezondheid en schoolmoestuinen.

Gedeelde tips en conclusies

  • Het betrekken van de consument is een lastige opgave. We zijn vooral in veel projecten in afstemming met consumenten. Dé consument bestaat niet, het zijn er gewoon heel veel en veel diversiteit.
  • De meningen verschillen over het wel/niet betrekken van supermarkten. Omdat een groot aandeel van het voedsel (zo’n 80%) via supermarkten wordt verkocht zou daar meer aandacht aan besteed kunnen worden. Hoewel er succesvolle voorbeelden zijn, is het voor veel korte keten initiatieven niet een gewenst kanaal. Via supermarkten is het lastig om je verhaal te vertellen en supermarkten hebben doorgaans weinig belang aan deze korte ketens.
  • Jeroen Candel: “Wat opvalt, het thema komt vooral van ambtenaren, weinig van politiek. Gemeenten kunnen grote rol vervullen in de regionale gemeenschappen en bewegingen en regionale schaal. Leiderschap en coördinatie zoals in het voorbeeld van Arnhem, Nijmegen of Lingewaard, dat is precies waar het om gaat!”
  • De subsidieregeling Eetbare Stad in Arnhem was een succes. Het bleek een leuke ludieke manier om inwoners te betrekken bij eetbaar groen. Ook vanuit die positieve energie.
  • Gebiedsprocessen bieden goede kansen. Ga praten met boeren, ga het gebied in en ga voor maatwerk. Het gaat vaal letterlijk om wat een boer wil en wat er op één persceel kan.
  • De ervaring is dat nodig is dat alle vier overheden écht allemaal betrokken zijn, zie bijvoorbeeld bij het proces in Het Binnenveld. Ook het Rijk moet dus gaan bewegen.
  • Het blijft vaak heel lastig om tot goede samenwerking te komen tussen voedsel-initiatieven. Velen hebben de neiging om het wiel zelf uit te vinden.
  • Het is vaak een valkuil om te denken in termen van opschaling. De oplossing zit vaak in de menselijke maat. Niet massa maken, maar kleine schaal, dat biedt een wenkend perspectief.
  • Gemeenten kunnen onder meer kijken naar duurzaam en regionaal inkopen.

Applaus
Tot slot vraagt Pieter Rijzebol een groot applaus voor Marianne Karstens en Suzan Klein Gebbink voor hun gedreven inzet voor het netwerk sinds 2014.